De succesvolle advocaat
‘Mag ik van jou, uit de categorie Veelverdieners, De Advocaat?’ Enigszins verbaasd kijk ik op vanachter de krant. Mijn zoon van acht probeert met zijn zusje van vijf te kwartetten. Ze doen het Beroepen weetjes kwartet. ‘Waar hebben jullie dat kwartet vandaan?’ vraag ik hen. ‘Lag in de kast. Is leuk hoor!’ antwoordt mijn zoon. Ik bekijk het spel. Zal dit ooit van mij geweest zijn? Dit kan toch niet recent gemaakt zijn? Volgens het spel zijn ook de tandarts, de bankdirecteur en de profvoetballer veelverdieners. Dat komt goed uit, aldus mijn zoon, want dat laatste wordt hij.
Prototype
Het kwartet blijkt van 2015 te dateren. Dat is behoorlijk recent. Is het dan vreemd dat ik verbaasd ben? Natuurlijk weet ik dat de gemiddelde advocaat goed verdient. Niet voor niets adviseerden mijn ouders mij op mijn achttiende stellig een rechtenstudie te verkiezen boven een studie psychologie (‘Psychologie? Daar is geen droog brood mee te verdienen. Je kunt veel beter rechten gaan doen.’). Op de rechtenfaculteit werd mij duidelijk dat degenen die zich verdiepten in carrièreplanning kozen voor fiscaal recht of ondernemingsrecht. Ik koos Europees recht, met als enige reden dat ik dan een programma kon volgen waarin ik een jaar naar het buitenland moest. Interesse voor het recht speelde bij die keuze nauwelijks een rol. Achteraf ben ik wel blij dat ik het advies van mijn ouders heb opgevolgd. Een rechtenstudie is een goede basis.
Menigeen zal jaloers zijn op de loonstrook van de advocaat. En ja, op de Zuidas tref je de goedgeklede advocaten die hun mooie auto’s onder de glimmende kantoorpanden parkeren, maar dit is en blijft slechts een selectie. Het merendeel van de advocaten in Nederland werkt op een klein kantoor (twee tot vijf advocaten) en zal zich niet herkennen in dat prototype. Zij zullen zichzelf niet zo snel in de categorie Veelverdieners van het kwartet van mijn zoon plaatsen.
Ondernemen en investeren
Denk ik aan veelverdieners, dan denk ik aan de Quote 500 en het is niet zo dat advocaten ruim vertegenwoordigd zijn in die lijst. Uit dezelfde lijst valt op te maken dat je, als je schatrijk wilt worden, zal moeten gaan ondernemen en investeren. Uurtarieven van advocaten kunnen hoog zijn, maar een dag telt slechts 24 uur, dus het groeipotentieel van de uurtje factuurtje werkzaamheden is en blijft beperkt. Wil je een eigen parkeerplek onder dat mooie pand, dan moet je het schoppen tot partner en dat vergt meer dan alleen het behandelen van dossiers. Een partner van een advocatenkantoor is ondernemer.
Als je goede zaken doet, verdien je. Heb je een grote cliëntenportefeuille, dan denken mensen blijkbaar dat ze jou moeten hebben. Je doet dus iets goed. En dat is wat we willen: bewijs dat we ergens goed in zijn, dat we goed bezig zijn. Dat hoeft niet voor iedereen uitgedrukt te worden in geld. Sterker nog, voor de huidige generatie startende advocaten is geld niet zonder meer een drijfveer. De rijkdom die deze zogenoemde generatie Y nastreeft, is gelegen in vrijheid, inspiratie en persoonlijke ontwikkeling. Het bereiken daarvan vereist echter dezelfde vaardigheden als het bereiken van de Quote 500: ondernemen en investeren. Bij ondernemen hoort proactief zijn en het herkennen en oppakken van kansen. Bij investeren horen het maken van keuzes, overtuiging en doorzettingsvermogen. Wat doe je en wat laat je, hoe pak je dat aan en wat en/of wie heb je daarbij nodig? Onderschat niet de rol van een (sociaal) netwerk daarbij.
Veel verdienen mag dan een teken zijn van succes, maar de kunst zit in continuïteit. Hard gaan kunnen we allemaal wel even. Succesvol zijn anno 2017 impliceert doordacht hard gaan. Ervoor zorgen dat je door kunt blijven gaan: ondernemen en investeren. En uiteindelijk staat of valt het met motivatie en volhouden. Te veel nadenken en daardoor niet beginnen of te veel tegelijk doen, zijn dan valkuilen.
Mijn zoon en dochter vervolgen hun spel. ‘Mag ik van jou, uit de categorie Belangrijke beroepen, De Prinses?’ Ik zie een twinkeling in de ogen van mijn dochter, slaak een diepe zucht en besluit me maar weer op de krant te richten.
Literatuur
Baumeister, R. F., & Leary, M. R. (1995). The need to belong: desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological bulletin, 117(3), 497.
Bosma, N. S., Stam, E., & Wennekers, A. (2011). Ondernemende werknemers in internationaal perspectief. Economisch Statistische Berichten, 19.
Gawke, J. C., Gorgievski, M. J., & Bakker, A. B. (2017). Employee intrapreneurship and work engagement: A latent change score approach. Journal of Vocational Behavior, 100, 88-100.
Martin, C. A. (2005). From high maintenance to high productivity: What managers need to know about Generation Y. Industrial and commercial training, 37(1), 39-44.
Mencl, J., & Lester, S. W. (2014). More alike than different: What generations value and how the values affect employee workplace perceptions. Journal of Leadership & Organizational Studies, 21(3), 257-272.
Van den Broeck, A., Ferris, D. L., Chang, C. H., & Rosen, C. C. (2016). A review of self-determination theory’s basic psychological needs at work. Journal of Management, 42(5), 1195-1229.
Deze column werd gepubliceerd op 5 oktober 2017 op https://www.beroepsopleiding.advocatenorde.nl/index.php/blog-archief/entry/de-succesvolle-advocaat