Waarom we helemaal niet zo open-minded zijn

23 juni 2020

‘Ik mis Amsterdam mam.’ Ik kijk mijn zoon ietwat verbaasd aan. ‘Echt waar? Wat mis je dan precies?’ Een aantal jaar geleden volgden wij velen vanuit de stad naar een kindvriendelijk dorp. We wilden een huis met een tuin, op loopafstand van school en in een buurt vol kinderen. We wilden dat onze kinderen alle bewegingsvrijheid zouden hebben. Die wensen hebben we kunnen verwezenlijken. Het is even wennen geweest, maar intussen voelen we ons thuis. Althans, dat dacht ik. ‘Sil voelt zich hier minder op zijn gemak dan in Amsterdam’ vervolgt mijn zoon zijn verhaal. ‘Daar waren meer mensen zoals hij en viel hij minder op. Hier vragen mensen zelfs of hij geadopteerd is!’ Mijn zoon trekt een beteuterd gezicht. Ik neem zijn mimiek over.

Onbekend maakt onbemind

Ik begrijp wat hij bedoelt. Het is ook precies wat ik heb geschuwd toen we verhuisden. De omgeving waarin we nu wonen is nogal homogeen. Op de nieuwe school lijken alle kinderen op elkaar. Eenkennigheid is daardoor bijna onvermijdelijk. Sil is mijn petekind. Hij is de zoon van mijn beste vriendin en twee jaar ouder dan mijn zoon. Mijn vriendin heeft een donkere huidskleur en de vader van Sil ook. Sil is dus donker en daardoor valt hij op in onze nieuwe buurt. Kinderen staren soms als ze hem zien en ze lijken ietwat anders op hem te reageren. Sil merkt dat en wordt daar, zoals te begrijpen is, ongemakkelijk van. Jammer genoeg voor Sil en voor de kinderen hier in de buurt is dit onontkoombaar. Onbekend maakt onbemind en dat waar we minder vertrouwd mee zijn maakt ons extra opmerkzaam.

 

Waarom soort soort zoekt

Het fenomeen dat mensen een voorkeur ontwikkelen voor dat waarmee zij bekend zijn wordt het mere exposure effect, oftewel het blootstellingeffect genoemd. Onderzoek heeft uitgewezen dat wij in het algemeen een voorkeur ontwikkelen voor mensen aan wie wij vaker zijn blootgesteld. Voorwaarde daarbij is uiteraard wel dat geen sprake is van uitdrukkelijk aanwezige negatieve eigenschappen. In dat geval leidt herhaaldelijke blootstelling juist tot afkeer.

Ook zal het similarity effect, oftewel het gelijkheidseffect, een rol spelen bij wat de kinderen ervaren. Dit effect houdt in dat wij geneigd zijn een voorkeur te ontwikkelen voor diegenen die op ons lijken, in karakter, attitude, interesses en dergelijke. Dit effect lijkt voort te komen uit de fundamentele behoefte ons goed te voelen over onszelf. Anderen die vinden wat wij vinden en doen wat wij doen bieden bevestiging voor onze eigenwaarde en dat is precies waar wij continu naar op zoek zijn.

 

Rijkdom

Ik stel me zo voor dat de interactie van deze twee psychologische effecten een verklaring kan zijn voor wat mijn zoon en Sil ervaren. Het niet gewend zijn aan kinderen zoals Sil zorgt er in eerste instantie voor dat kinderen anders op hem reageren. Ook Sil reageert anders. Hij woont in Rotterdam en is juist gewend om zich onder kinderen van veel verschillende achtergronden te begeven. Er is tussen Sil en de kinderen bij ons in het dorp een wederzijds gebrek aan vertrouwdheid en herkenning, wat hen weerhoudt te ontdekken waarin zij wel op elkaar lijken. 

Mijn zoon en Sil kennen elkaar al hun hele leven en het zijn de grootste maatjes. Ze kletsen nachtenlang tijdens de maandelijkse logeerpartijen. Ze lachen en huilen met elkaar, kunnen ruzie maken als broers en hebben elkaars ‘back’ zoals ze dat stoer zeggen. Deze op het eerste gezicht totaal verschillende mannetjes zijn aandoenlijk vertrouwd met elkaar. Wat een rijkdom voor hen.

‘Ik begrijp het lieverd.’ Ik geef mijn zoon een dikke knuffel. ‘Iedereen moet wennen aan wat nieuw en anders is. Misschien moeten we gewoon nog even geduld hebben.’

 

Wat kan je hieraan doen?

Erken dat deze effecten spelen. Ze zijn er niet voor niets. Mensen moeten van oudsher weten waar ze aan toe zijn zodat ze weten hoe ze moeten handelen. Iets onbekends doet ons automatisch in een soort van overlevingsstand schieten. Als we niet weten wat we moeten doen zet ons lijf zich schrap om te ‘vechten’ of te ‘vluchten’. Deze reactie is evolutionair bepaald en treedt automatisch op.

Grijp dus elke gelegenheid aan om van het onbekende iets bekends te maken. Trek meer op met degenen die zo anders lijken en probeer ook je kinderen zoveel mogelijk in aanraking te laten komen met verschillende soorten mensen. Trotseer het aanvankelijke ongemak van het onbekende en probeer diegenen die op het eerste gezicht anders lijken beter te leren kennen. Ga op zoek naar overeenkomsten. Die zijn er altijd.

 

Bronnen

Zajonc, R. B.(1968). Attitudinal effects of mere exposure. Journal of Personality and Social Psychology, 9, Monograph Supplement, No. 2, part 2.

Byrne, D. (1997). An overview (and underview) of research and theory within the attraction paradigm. Journal of Social and Personal Relationships, 14, 417-431.