Waarom we allemaal zelf de baas zouden moeten zijn
‘Jongens, we hebben een idee!’ Drie paar kinderogen kijken me wantrouwend aan. ‘Dit gaan jullie echt leuk vinden.’ Het wantrouwen op de gezichtjes neemt toe. ‘Jullie mogen deze vakantie één hele dag de baas zijn.’ Wenkbrauwen schieten van frons naar standje uitbundig. ‘Echt?!’ klinkt het in koor.
Controlebehoefte
Aan het begin van de week kiezen we een dag. Het wordt de vrijdag. Mooi, dat geeft hen nog vier dagen om aan te tonen dat ze het verdienen en ons dus vier dagen om de beloning als pressiemiddel te gebruiken. Experiment tot nu toe al geslaagd. De grootste winst blijkt echter het enthousiasme van de kinderen. In hun voorpret beginnen ze plannen te maken en gedragen zij zich als een heus team. De oudste ontpopt zich als de leider, de middelste is de kritische meedenker en de jongste de blije volgeling.
Verrassend is het enthousiasme niet. Wie wordt niet blij van het idee alles te mogen doen wat hij of zij wil? En omgekeerd, hoe frustrerend is het om niet te kunnen doen wat je wilt? Onze behoefte aan controle is aangeboren en sterk. Uit onderzoek blijkt zelfs dat mensen die geloven dat ze de macht hebben over zichzelf, vaak langer leven. Mensen raken gemotiveerd als ze keuzes kunnen maken die hen een gevoel van autonomie en zelfbeschikking geven.
Commitment en vertrouwen
Een ander motiverend element is het gegeven dat onze kinderen zichzelf als toegewijd team moeten managen en organiseren, waarbij wij hen ons vertrouwen geven. Ook hiernaar is veel onderzoek gedaan. Mensen raken gemotiveerd als ze beslissingsbevoegdheid hebben én ze het gevoel hebben dat ze serieus worden genomen. We moeten suggesties en voorstellen kunnen doen en daarin gehoord worden. Een cultuur van commitment en vertrouwen is de beste basis voor succes, op welk gebied dan ook. Mijn man en ik gokken met dit experiment dat onder onze kinderen ook zo’n cultuur kan ontstaan. Dit blijkt gelukkig zo te zijn.
Vier dagen lang genieten wij van onze drie bezige bijen. Ze smeden plannen, voeren top-secret overleg en hakken knopen door. De dag voor het hun dag zal zijn presenteren ze ons de planning en de daarbij horende regels. Het draaiboek kan ons wel bekoren en ook de regels zijn te doen. Zo mogen wij maximaal een half uur op een scherm en moeten we stipt om kwart voor negen naar bed, terwijl zij uiteraard nog op zullen blijven.
Niet eerder heb ik onze kinderen zo kordaat en uitgelaten een hele dag zien doorkomen. Ze genieten van elke, zelf bedachte, onderneming. Van het uit-ontbijten gaan, tot het uitzoeken van de boodschappen, het zelf maken van de zelfbedachte fruitsalade voor de lunch (‘mam, ik geniet hier extra van, omdat ik het helemaal zelf heb bedacht en gemaakt!’) en onze tocht naar de stad, waar ze zelf souvenirs kopen en we in een door hen uitgekozen restaurant pizza eten. Zelfs het langer opblijven blijkt niet uit te lopen op ramp. Ons verzoek of de televisie iets zachter kan wordt direct ingewilligd, daar waar wij verzoeken doorgaans vele malen vaker moeten doen voor ze überhaupt gehoord worden. Dit biedt perspectieven.
De volgende ochtend zitten we, nadat we de blikjes Fanta en de lege zak chips van tafel heb geveegd, iets later dan normaal aan het ontbijt. We concluderen gezamenlijk dat hun baaszijn dag geslaagd was. Onze vakantie duurt nog een week. Mijn man en ik kijken elkaar aan. ‘Jongens, we hebben een idee..’
Bronnen