Waarom we zo min mogelijk met onszelf bezig moeten zijn
Aan jezelf denken ≠ je goed voelen
De aanname dat het belangrijk is goed voor jezelf te zorgen door voldoende met jezelf bezig te zijn is voornamelijk in onze westerse, meer individualistische cultuur wijdverspreid. Wij waarderen assertiviteit en associëren ‘opkomen voor jezelf’ met zelfontplooiing. En onszelf ontplooien, dat willen we allemaal, want dat is de route naar geluk. Onderweg lijken we echter te vergeten waarom dat zo is. Geluk wordt gezien als een doel op zichzelf, in plaats van een symptoom, wat het in wezen is. Je bent gelukkig omdat je je goed voelt, omdat dingen lukken, omdat je geniet van anderen en je omgeving. Willen we gelukkig zijn, dan moeten we onszelf concrete doelen stellen. Goed voor onszelf zorgen impliceert dan dus dat we bezig zijn met die doelen en niet zozeer met onszelf.
Onderzoek wijst uit dat naarmate mensen letterlijk meer aan zichzelf denken, zij minder gelukkig en juist vaker depressief zijn. Mensen die zeggen minder aan zichzelf te denken, zijn gelukkiger. Hiermee wordt niet gezegd dat het goed is jezelf weg te cijferen. Het impliceert naar mijn mening dat ‘opkomen voor jezelf’ minder letterlijk genomen moet worden. Je moet vooral opkomen voor de doelen die je jezelf stelt. Mensen voelen zich beter als ze hun aandacht op bepaalde doelen richten in plaats van op zichzelf.
Helemaal klaar met ‘me-time’
Denk aan de periode in je leven waarin je veel tijd had om met jezelf bezig te zijn en dat, tegen wil en dank, ook deed: de pubertijd. Mijn God, wat was ik in die periode druk met mezelf. Ik huiver als ik eraan terugdenk. Ook de periode die daarop volgde, mijn studententijd, was het niet anders. Nachtenlang heb ik, alleen of met studiegenoten, gefilosofeerd over mijzelf en mijn plek in dit bestaan. Ik heb mijn portie me-time wel gehad. Ongetwijfeld een noodzakelijke basis voor de rest van mijn bestaan, maar zeker niet leuk en niet een aspect van die periodes waarnaar ik terugverlang.
Hoeveel beter ging ik me voelen toen ik op kon gaan in een leuke baan die me een ritme verschafte en mijn volle aandacht opeiste. Nog lekkerder ging het toen ik een relatie kreeg met iemand bij wie ik mezelf kon zijn, zonder daar veel over te hoeven nadenken. En de kers werd op de taart gelegd toen er kindjes kwamen. Een betere afleiding van mezelf kan ik mij niet wensen. Laat mij daarnaast maar opgaan in sporten, mijn vrienden, boeken waar ik wijzer van word en het schrijven van dit soort columns.
Flow
De staat waarin je jezelf verliest doordat je compleet bevangen wordt door dat waar je mee bezig bent wordt ook wel flow genoemd. Mensen die flow ervaren vergeten zichzelf en de tijd. Dit kan ontstaan als je doelgericht met iets bezig bent dat uitdagend is, maar wel precies aansluit bij je capaciteiten. Het is al jaren bekend dat activiteiten die tot flow leiden geluk vergroten. Ondanks dat we ons dit goed beseffen, vinden we het lastig dit soort activiteiten te ontplooien. Het kost namelijk energie en wij mensen zijn eigenlijk ingesteld op het zo min mogelijk verbruiken van energie. Hoe minder moeite iets kost, hoe beter. Dit zal een overblijfsel zijn uit de tijd dat we onze energie spaarden voor de momenten dat we op zoek moesten naar voedsel en onszelf moesten beschermen tegen continu op de loer liggend gevaar. We zijn dus niet lui, we anticiperen slechts. Dat hoeft echter niet meer. Een rondje supermarkt kost beduidend minder energie dan een dag jagen met gevaar voor eigen leven.
Conclusie: actie en afleiding van jezelf zijn goede zaken. Dus hierbij mijn goedbedoelde adviezen: denk vooral niet veel aan jezelf, loop jezelf wat vaker opzettelijk voorbij én kom in actie als je merkt dat je tijd overhebt. Je zal merken dat het je goed zal doen.
Bronnen
Dijksterhuis, A. (2015). Op naar geluk: de psychologie van een fijn leven. Prometheus.