Wat trainers en coaches kunnen leren van advocaten
Zielenknijper
Het stereotype beeld van de psycholoog is die man of vrouw naast een sofa, ernstig meelevend kijkend en mensen aansporend hun gevoelsleven te onderzoeken. Dit beeld komt van Freud, die zijn patiënten inderdaad op een sofa plaatste en hen urenlang liet praten over ontastbare zaken zoals behoeften en driften.
De beeldvorming van het vakgebied heeft de geschiedenis niet mee. Neem het woord psychologie. Letterlijk vertaald: ‘de leer van de ziel’. Volgens Van Dale wordt ziel gedefinieerd als ‘het niet-stoffelijke, althans stoffelijk niet te bepalen beginsel op grond waarvan de mens leeft’. De associatie met zweverig ontstaat dan snel.
Net als voetbal
De psychologie is gelukkig allang geen ‘zielkunde’ meer en de associatie met zweverig is achterhaald. We spreken tegenwoordig van ‘gedragskunde’. Psychologie gaat niet (meer) over iets ‘niet-stoffelijks’, het behelst systematisch onderzoek naar gedrag.
Een gevaar dat hierin schuilt, is dat iedereen er verstand van denkt te hebben, net als van voetbal. De vraag waarom mensen om ons heen doen wat ze doen stellen we onszelf met regelmaat en logischerwijs bedenken we daar ook zelf antwoorden op. We zijn allemaal psychologen ‘van de koude grond’.
Dit geldt ook voor mensen zoals ik, die tijdens hun studie in empirische kennis zijn ondergedompeld, maar daarna de praktijk zijn ingegaan. Daar waar de advocaat uitspraken continu expliciet moet onderbouwen met geldende regelgeving en jurisprudentie, laten veel communicatie- en gedragsdeskundigen, trainers en coaches het na om dat wat ze doen te staven met actuele, beproefde wetenschappelijke bevindingen.
Leuk is niet per definitie goed
Het brengt het grote risico mee dat we in onze trainingen en met onze adviezen de plank misslaan, omdat we vergeten onze aannames te verifiëren. Vervolgens doen we maar wat en bevestigen we alsnog precies het beeld van de eloquente advocaat-stagiair. Trainers en coaches moeten wegblijven bij leukigheidjes die vooral ‘zo’n leuk effect’ opleveren.
We moeten ons blijven baseren op beproefde methodes en ons dusdanig verdiepen in de materie, zodat we haarfijn kunnen uitleggen waarom dat wat wij deelnemers laten doen effectief is voor het leereffect.
Trainen is een vorm van didactiek waarmee gedragsverandering wordt beoogd, iets dat ontzettend moeilijk is. Heb liever niet de illusie dat we dat voor elkaar kunnen krijgen met onze trainingen. Als we deelnemers zaken kunnen laten inzien waar zij uiteindelijk daadwerkelijk wat aan hebben in hun carrière, of in hun leven, mogen we tevreden zijn. Dit kan echter alleen als we hun aandacht hebben én we iets zinnigs, oftewel iets gefundeerds, te melden hebben. Dat is hoe zij zelf ook werken en wat zij van ons mogen verwachten.
Effect = kwaliteit x acceptatie
Laten we dus een voorbeeld nemen aan de advocaat. Zoals de advocaat zich baseert op de wet, het recht, zullen de trainer en de coach zich moeten baseren op feiten uit de gedragswetenschap. Er is enorm veel kennis die hieruit voortkomt en deze kennis is toegankelijk. We kunnen wetenschappelijke artikelen op internet vinden en daarnaast zijn er tal van boeken geschreven waarin de gedragswetenschap vakkundig en gefundeerd uiteen wordt gezet. Laten we de ontwikkeling van gedragswetenschap goed en kritisch volgen en er gebruik van maken. Het zal aan de kwaliteit én de acceptatie van onze boodschappen ten goede komen.
Bronnen
https://www.trouw.nl/home/hoe-de-psychologie-een-wetenschap-kan-worden~ad05d868/
Deze column is op 26 november 2018 gepubliceerd in de nieuwsbrief van de Beroepsopleiding Advocaten